Ja. De PG-SGA© wordt gebruikt in verschillende settings: klinisch, poliklinisch, thuiszorg en hospice. Het gebruik van hetzelfde instrument in alle settings zorgt ervoor dat op consistente wijze patiënten met (risico op) ondervoeding geïdentificeerd kunnen worden. Ook zorgt het ervoor dat effectiviteit van voedingsinterventie op systematische wijze gemeten kan worden, binnen de gehele zorgketen. Het effect van interventie kan uiteraard verschillen per setting, maar vroegtijdige identificatie en behandeling van (risicofactoren voor) ondervoeding hebben een positief effect op de klinische uitkomsten en mogelijk kosten van de gezondheidszorg.
► Klinisch: Als de patiënt wordt opgenomen in het ziekenhuis en al bij opname gewichtsverlies heeft, is het belangrijk om na te denken over de interventie (voedings- en/of symptoombestrijding ) in plaats van te wachten tot de patiënt een complicatie krijgt of een langere ziekenhuisopname zal hebben. Nog belangrijker is om bij voorkeur al op moment van diagnose de patiënt te beoordelen, en zo nodig interventie te starten, om (verdere) verslechtering van de voedingstoestand te voorkomen.
In 2003 hebben Mobley et al. (Amerikaanse Leger, Walter Reed Medical Center, Washington DC; abstract ADA) beschreven dat de PG-SGA© de beste voorspeller was van opnameduur in het ziekenhuis voor medische, chirurgische of oncologische patiënten (n =63). Assessments werden uitgevoerd binnen 48 uur na opname en de patiënten werden gevolgd tot ontslag. Getrainde diëtisten namen de PG-SGA© af met aanvullende bepalingen, waaronder antropometrische metingen (lengte, gewicht, tricepshuidplooi en bovenarmomtrek), BMI, percentage van gebruikelijke lichaamsgewicht, percentage van gewenst gewicht en bovenarmspieromtrek, handknijpkracht en laboratoriumwaarden zoals albumine, hematocriet, hemoglobine, ureum, stikstof en creatinine in het bloed. Gegevens werden geanalyseerd met stapsgewijze meervoudige lineaire regressiemodellen (significantie P<0,05).
Uit de resultaten van deze studie bleek de PG-SGA© de enige beste voorspeller van de opnameduur. De auteurs suggereerden dat op basis van de bevindingen uit het onderzoek de PG-SGA© een waardevol screeningsinstrument was om patiënten die intensieve voedingstherapie vereisen te kunnen identificeren, met name in het ziekenhuis waar laboratoriumgegevens beperkt zijn en/of niet beschikbaar. Bovendien kan dergelijke vroege voedingsinterventie bij patiënten met verhoogde PG-SGA scores leiden tot betere klinische resultaten.
In de jaren erna is de relatie tussen de PG-SGA© en klinische beloop en kwaliteit van leven opnieuw aangetoond in verscheidene onderzoeken (bijvoorbeeld Bauer et al., 2002; Isenring et al., 2003; Campbell et al., 2008; Shahmoradi et al., 2009; Laky et al., 2010; Capuano et al., 2010; Zalina et al., 2012; Esfahani et al., 2013; Citak et al., 2013; Malihi et al., 2013; Mohammadi et al., 2013).
► Poliklinisch: De PG-SGA© is op grote schaal gebruikt als een methode ter bevordering van het stroomlijnen van de doorstroming van het zorgproces, met het voordeel van efficiënte en consistente beoordeling van het gewicht en gewichtsverloop, voedselinname, voedingsgerelateerde symptomen en het functioneren (performance status). In veel zorginstellingen vult de patiënt de PG-SGA© in de wachtkamer of de spreekkamer in. Dit scheelt tijd voor de zorgprofessional en faciliteert de professional om hun beperkte tijd te besteden aan de aanpak van de problemen in plaats van de tijd te besteden aan het stellen van vragen.
► Eerste lijn: De PG-SGA© heeft in de eerste lijn dezelfde voordelen als in andere settings.
► Hospice: In deze setting zijn de aspecten van gestandaardiseerde, door de patiënt zelf gerapporteerde symptomen en kwaliteit van leven in de context van functionaliteit, gewicht en voeding extra belangrijk.