17. Waarom dient het gewichtsverlies van de afgelopen maand te worden gebruikt als het gewichtsverlies van de laatste 6 maanden ook beschikbaar is?

17. Waarom dient het gewichtsverlies van de afgelopen maand te worden gebruikt als het gewichtsverlies van de laatste 6 maanden ook beschikbaar is?

Bij het gebruik van de PG-SGA© of Pt-Global app/webtool© is het belangrijk de patiënt te beoordelen in de context van anabool of katabool. Spierweefsel/gewichtstoename dat niet is veroorzaakt door vochtophoping neigt naar anabolie (positieve stikstof balans), terwijl spierweefsel/gewichtsafname dat niet is veroorzaakt door dehydratie neigt naar katabolie bij een zieke patiënt.

Informatie over het gewichtsverloop wordt verzameld langs een continuüm: verandering in de afgelopen 6 maanden (chronisch), afgelopen maand (subacuut), en in de afgelopen 2 weken (acuut). Bijvoorbeeld als het gewicht van de patiënt 6 maanden geleden 100 kg is en het daalt of stijgt vervolgens met 10% (bijvoorbeeld van 100 kg naar respectievelijk 90 kg of 110 kg), dan laat het meest recente gewicht weten wat er met de patiënt gaande is op korte termijn, met betrekking tot metabolisme.

Als het gewicht is afgenomen, is dat mogelijk gerelateerd aan de behandeling of een slechte symptoomcontrole. Als het gewicht is toegenomen, heeft er mogelijk uitstekende interventie door de professional plaatsgevonden, wat voorheen ongecontroleerde ziekte of ziektegerelateerd gewichtsverlies was. Veranderingen in de afgelopen twee weken zijn een graadmeter van wat er nu metabool of fysiologisch gaande is in de patiënt.

Indien beschikbaar wordt de gewichtsverandering in de afgelopen maand gebruikt, want het gaat om de subacute situatie welke prognostische implicaties heeft.