4. In welke populaties kan de PG-SGA© worden gebruikt?

4. In welke populaties kan de PG-SGA© worden gebruikt?

In de oorspronkelijke studie waarin het scoring systeem werd gevalideerd (1996), was de groep oncologiepatiënten het grootst (long-, prostaat-, colon-, rectum-, slokdarm-, cervixkanker, NHL, melanoom), maar bevatte de patiëntenpopulatie ook patiënten met eindstadium nierfalen en Diabetes Mellitus. Vervolgens zijn resultaten gepubliceerd of gerapporteerd, waarbij de PG-SGA© in de volgende patiëntengroepen is gebruikt: kanker (long-, gastrointestinaal – algemeen of maag-, slokdarm-, maag-, rectum-, colorectum-, hoofd-hals-, gynaecologisch, urologisch , acute leukemie, multipel myeloom), hematologische stamceltransplantatie, CVA, HIV, ziekte van Parkinson, geriatrie, chronische nierziekte, hemodialyse, radiotherapie of chemoradiotherapie en andere.

Het gebruik van hetzelfde instrument bij verschillende populaties zorgt ervoor dat op consistente wijze patiënten met (risico op) ondervoeding geïdentificeerd kunnen worden. Ook zorgt het ervoor dat effectiviteit van voedingsinterventie op systematische wijze gemeten kan worden, binnen de gehele zorgketen. Daarbij kunnen uitkomsten tussen verschillende populaties met elkaar worden vergeleken.

Het effect van interventie kan uiteraard verschillen per populatie, maar vroegtijdige identificatie en behandeling van (risicofactoren voor) ondervoeding hebben een positief effect op de klinische uitkomsten en mogelijk kosten van de gezondheidszorg.